Een uitspraak van Tiny van den Dungen, de eerste KSE-rector voor wie ik mocht werken: ‘Als er niet over je geluld wordt ben je dood’. En zo is het maar net. Als docent sta je nu eenmaal vaak in het zonnetje en ga je natuurlijk regelmatig over de tong, zeker als je, net als ik, er een nogal ‘flamboyante’ manier van les geven op na hield.
Dit is één van de allereerste opdrachten geweest die ik op mijn leerlingen van het Stedelijk Gymnasium in Den Bosch en van de KSE in Etten-Leur heb los gelaten. Het betreft de brugklasopdracht ‘Vissen in het aquarium’ . Twee jaar geleden heb ik deze opdracht na al die jaren nog een keertje gegeven aan het leuke brugklasje wat ik toen had en waarmee ik o.a. ook het Van Gogh-vliegproject gedraaid heb. De huidige generatie ging er nog net zo fanatiek en enthousiast mee aan de gang als hun papa’s en mama’s meer dan dertig jaar eerder.
Naar aanleiding van de plaatsing op mijn blog van de selectie van het werk dat ik op de academie gemaakt heb kreeg ik veel leuke reacties via mail en Facebook. Omdat het onderwijs wat ik op de academie genoten heb toch van ander kaliber was dan de vorming die een kunststudent vandaag aan de dag mag ondergaan op de diverse hogescholen, hierbij enige sfeerbeelden en verhalen uit ‘den ouden doosch’, zoals collega Michiel opmerkte.
Op het einde van mijn studie voor tekenleraar in Tilburg in de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd kring Zuid van het NVTO ( de Nederlandse Vereniging voor Tekenonderwijs) een begrip. Het gezelschap ontwikkelde zich, mede onder invloed van de vakdidactische theorieën van Wout van Ringelenstein en Toon Gerritse (van wie ik vijf jaar vakdidactiek en methodiek mocht krijgen) tot een ware ‘Gideonsbende’ die het vak tekenen uit de sfeer van de vaak verkeerd geïnterpreteerde ‘vrije expressie’ zou halen. Een aantal mensen uit dit gezelschap vond elkaar en heeft destijds o.a. een serie werkbrieven voor tekenen het licht doen zien waarvan ik,samen met veel andere toen beginnende collega’s, gebruik heb gemaakt.