‘Screenie’: als je dit woord googlet vandaag de dag krijg je een aantal betekenissen waarvan we in de negentiger jaren van de vorige eeuw, toen ik voor het eerst het woord tegenkwam, nog nooit van gehoord hadden. Naar wat ik toen in het destijds populaire maandblad ‘Computer Totaal’ gelezen had was een screenie een omlijsting om die saaie 14 of 15 inch monitoren met hun grijze of beige brede behuizingen en relatief kleine beeldschermen een beetje te maskeren en op te vrolijken.
Op de academie gebruikten we voor de lessen kunstgeschiedenis voor de moderne kunst het boek ‘A history of modern art’ van van de Canadese schrijver H.H.Arnason. Het volumineuze boekwerk bevatte honderden afbeeldingen in kleur en zwart wit als voorbeelden van de bekende stromingen en kunstenaars. Er was echter één plaatje wat eigenlijk een beetje buiten dat stramien viel omdat het niet zomaar meteen in een stroming te plaatsen was, of het zou het surrealisme òf het magisch realisme moeten zijn.
Vandaag weer eens aandacht voor één oud-leerling: Boris Walet. Hij was van de ‘klas van 1995’ en behaalde dat jaar zijn vwo-diploma met tekenen in zijn pakket. Een van de redenen dat Boris hier in de picture staat: zijn totaal eigen wijze van werken, een tekenstijl die zeer herkenbaar is, een grote mate van weten wat hij wil/eigenwijzigheid, en het vermogen een opdracht ‘naar zich te te trekken’, d.w.z. ècht zìjn interpretatie er aan geven.