In deze eerste post na de carnavalsvakantie nog even tijd voor nog meer verkleedpartijen bij het schooltoneel waar ik altijd met plezier aan meegedaan heb, hetzij als acteur ( nou ja….), hetzij als decorontwerper en – schilder. Na een geslaagde eerste kennismaking met schooltoneel in 1974 op het Stedelijk Gymnasium in Den Bosch (Bassarus) maakte ik in 1975 kennis met de toneeltraditie op de Katholieke Scholengemeenschap Etten-Leur, die sterk bepaald werd in die jaren door collega maatschappijleer en toneelregisseur Ad Bierbooms.
Op het einde van mijn studie voor tekenleraar in Tilburg in de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd kring Zuid van het NVTO ( de Nederlandse Vereniging voor Tekenonderwijs) een begrip. Het gezelschap ontwikkelde zich, mede onder invloed van de vakdidactische theorieën van Wout van Ringelenstein en Toon Gerritse (van wie ik vijf jaar vakdidactiek en methodiek mocht krijgen) tot een ware ‘Gideonsbende’ die het vak tekenen uit de sfeer van de vaak verkeerd geïnterpreteerde ‘vrije expressie’ zou halen. Een aantal mensen uit dit gezelschap vond elkaar en heeft destijds o.a. een serie werkbrieven voor tekenen het licht doen zien waarvan ik,samen met veel andere toen beginnende collega’s, gebruik heb gemaakt.
Na al dat digitaal geweld van de laatste posts tijd voor weer wat ambachtelijk werk. Het moet tenslotte wel naar verf blijven ruiken. Mijn collega van destijds, Jan van den Brink, was een echte schilder en samen met hem heb ik gedurende een aantal jaren deze opdrachten (afwisselend in de herfst- en in de winterversie) gedraaid. Bij deze opdrachten voor de tweede klassen ging het om te leren schilderen met vegen en toetsen.