Een paar dagen geleden kreeg ik een nogal verrassend mailtje van mijn oudleerling Tom Hayes, die ik in de examengroep tekenen tussen 2006 en 2008 onder mijn gehoor mocht hebben.
Tom was in de desbetreffende zéér hechte en vrolijke examengroep wat je noemt ‘de gebraden haan’ als enige man in een hoenderhok van verder vrolijke dames. Hoe in dit blije klasje de verhoudingen lagen blijkt duidelijk uit onderstaande foto’s waarin Tom letterlijk en figuurlijk het middelpunt is. Met de tekengroep van Tom heb ik diverse activiteiten gedaan die hier en hier op het blog te vinden zijn! Op sommige foto’s is de piepjonge Tom daar in actie te zien.
De inhoud van Tom’s mail was als volgt:
Dag Sjaak, Als oud-leerling van u lees ik met veel plezier uw blogs. Regelmatig zie ik uw stukken voorbij komen op social media, en ook al heb ik slechts een fractie van de lessen zelf meegemaakt, uw beschrijvingen zijn onmiskenbaar herkenbaar. Ik werk momenteel bij BN DeStem en, naast eindredactiewerk, schrijf ik voornamelijk rubrieken. Zo ook ‘Mijn Brabant’, een rubriek die elke donderdag in de Uit-bijlage van de krant verschijnt. Daarin vertellen ‘lokaal bekende koppen’ over hun favoriete plekjes in West-Brabant.
U raadt het al: toen ik vanochtend uw blog voorbij zag komen, kwam u als kandidaat op m’n radar. Het gaat om een vast stramien aan vragen die ik u voor wil leggen, lekker simpel, en het schieten van een fotootje. Als u het ziet zitten mee te werken, kan ik u vandaag bellen, of even langskomen. Ik heb uw telefoonnummer niet voorhanden, dus als u dat wilt sturen, kunnen we even contact leggen. Alvast bedankt en blijf vooral schrijven!
Uiteraard heb ik, al ben ik zeker de laatste jaren niet meer zo’n uitgaander en buiten-de-deur-eter, graag ingestemd met Tom’s verzoek en het resultaat mèt foto’s is hieronder te vinden!
‘Van Gogh was zelf gillend weggerend’
DOOR TOM HAYES
Sjaak Jansen, oud-docent kunstvakken aan de KSE in Etten-Leur, is stapel op zijn straat de Streek.
Favoriete stad/dorp?
“Als geboren Bosschenaar kan ik niet om Den Bosch heen. Maar na 35 jaar in Etten-Leur, voel ik me toch meer Etten-Leurenaar. Het is geen dorp meer, maar een provinciale stad. Te groot voor servet, maar te klein voor tafellaken.”
Favoriete restaurant?
“De lunchcafés in Etten-Leur, zoals Zus & Zo en ’t Ogenblikske. Snelle hap, goede kwaliteit. Vaak zie ik er bekenden, oud-leerlingen. Ook in de bediening. Of ze daar op zitten te wachten? Ach, als ze me hadden willen vergiftigen, hadden ze dat al lang gedaan.”
Favoriete kroeg?
“Als docent mijd ik de kroegen liever. Alhoewel De Klomp (Etten-Leur) me wel trekt. Nooit binnen geweest, maar de sfeer en kastelein Jac spreken me aan.”
Ergste horeca-ervaring?
“Dat ellenlange wachten…
Daar hebben ze in Breda wel een handje van. Daarnaast schrik ik me soms rot van wat het kost. Zeker als je een rondje geeft.”
Favoriete winkel?
“Hondenschool Kevin Rinkes in Sint Willebrord. Niet zozeer een winkel, maar wel een topzaak. We hebben een bewerkelijke hond in huis gekregen, Pim, waar we ontiegelijk veel werk aan hebben.
Bij die gast waren we dik anderhalf uur onder de pannen. Dat gaf veel inzicht in het gedrag van de hond én dat van mezelf.”
Leukste museum?
“Het Speelgoedmuseum in Oosterhout. Ik ben gek op die oude treintjes daar. Heb zelf heel de zolder volstaan met modeltreinen. Een uit de hand gelopen hobby, ja, dat is het.”
Leukste uitje met de kinderen?
“De uitjes met leerlingen waren altijd schitterend, te veel om te noemen. Mijn kleindochter nam ik vroeger mee naar het Speelparadijs in Roosendaal. Maar het mooiste uitje blijft toch: naar de Efteling.”
Mooiste plekje van lelijkheid?
“Die rotondes waar zo nodig een kunstwerk op moet. Dan denk ik: waarom nou?
Bij Oosterhout heb je die Bromtol staan. Mooi markeringspunt, maar geen kunst met een grote K.”
Wat mag met pek en veren uit West-Brabant weggedragen worden?
“De vercommercialisering van Van Gogh. Ik waardeer alle promotie rondom zijn persoon, maar het is uitkijken voor overkill. Als de arme man het had meegemaakt, was ie gillend weggerend.”
Wat is je favoriete theater?
“Dat was altijd het oude Casino in Den Bosch, maar vanuit school heb ik ook goede ervaringen met de Nieuwe Nobelaer in Etten-Leur. Deskundig, hartelijk, echt Brabants.”
Meest romantische plekje?
“Zonder meer de Streek, de straat waar ik woon. Een rustiek landweggetje, waar vroeger paarden en veulentjes in de wei draafden. Een ongerept stukje natuur. Als tijdens een avondwandeling de zon door de bomen schijnt en ik onze rossige Pim in het gras zie liggen, is het letterlijk een gouden hondje.”