Ik heb al eerder hier aandacht besteed aan het werk van mijn oud-leerling en oud-collega Ad Thijs en zijn veelal zeer humoristisch teken- en stripwerk. Wat daarbij zeker niet mag ontbreken is zijn ‘Magnum Opus‘, zo rond 1980 geschreven en getekend voor schoolblad Orakel, een zeer opmerkelijk stripverhaal met mooie verwijzingen naar het leven en de docenten op de KSE uit die tijd, de Romeinse literatuur die op het gymnasium tijdens de lessen Latijn gelezen en vertaald moest worden en via allerlei dubbele bodems, naar de Asterix strips van Uderzo en Goscinny .
Enige tijd geleden kreeg ik deze prachtige Asterixparodie, gepubliceerd in Schoolblad Orakel, doorgestuurd door Ad. Voor mensen die toen op de KSE zaten èn de Asterixboeken een beetje kenden, waren de toespelingen, grappige woordspelingen en verwijzingen duidelijk, wat misschien voor het huidige publiek veelal niet het geval zal zijn. Gelukkig gaf Ad toen hij mij dit moois opstuurde, bij iedere pagina uitleg over zijn vondsten die vaak zeer humoristisch en spitsvondig waren. Ik laat hem in de schuin gedrukte tekst hieronder graag aan het woord:
Deze keer mijn zes pagina lange strip “Asterix en het Romeinse Leshuis”, die je waarschijnlijk al in een Orakel bent tegengekomen. Ik zie nu dat ik die titel er indertijd niet boven heb gezet, maar in mijn hoofd was dat altijd de officiële titel. Ik heb er ontzettend veel lol aan beleefd om dit te maken. Van Rogier (Donders) mocht ik zijn ingebonden Asterixalbums lenen. De werkwijze was simpel en had weinig met echt tekenwerk te maken. Als ik een bruikbaar plaatje gevonden had, nam ik dat over op overtrekpapier en plakte ik het in de strip. Het echte werk zat hem in het vinden van de goede plaatjes. Er zitten heel wat grappen in die alleen echt te begrijpen zijn als je de originele albums heel goed kent. Ik haal er per bladzijde wat kleinigheden uit, gewoon omdat ik het leuk vind om de strip weer eens door te lopen.
blz 1https://nl.wikipedia.org/wiki/Amoco_Cadiz_(schip,_1974) ) Een paar van mijn favoriete grappen en wat uitleg bij misschien minder goed te begrijpen namen: -Provincia Appendix voor Limburg -Lutetia = Lutjebroek -Cocorico = Vogelenzang -Drie bics bijna voor niks was indertijd een reclame voor de beroemde (beruchte) balpennen -Venividivici [Arnhem] is een verwijzing naar de mislukte operatie Market Garden -Omne initium grave = alle begin is moeilijk (ik kon toen niet weten dat ik later zo dicht bij Grave zou komen te wonen) -Erst lesen dann lösen was de naam van onze Duitse methode –Nostradamus, de beroemde voorspeller. Daar hield ik me toen vrij intensief mee bezig -Seopideo is Oedipoes achterstevoren. Tien uur Latijn van docent Tjeerd de Jong in de week gaf me ruim tijd om dat soort rare taalspelletjes te spelen -Prodcap was een economieterm (productie capaciteit) -dat “haar op je …” verwijst naar de tolk uit ‘Asterix en het eerste legioen’
-tot drie kunnen tellen komt later voortdurend terug -op plaatje 2 de pennenstandaard die leerlingen cadeau kregen met kerst of sinterklaas o.i.d. -het landkaartje zit vol met flauwekul, van een dode olifant tot aan Schoolkoor The Happy Voices (Happivoces) en de gezonken Amoco Cadiz (blz 2
-tweede plaatje bevat de naam Uderzo -vijfde plaatje verwijst naar Deliberante senatu perit Saguntum (Lat.): „terwijl de senaat blijft beraadslagen, gaat Saguntum ten onder” (Livius 21,7). -“dien de Goden haten, maken zij schoolmeester” -wij moesten de brieven van Seneca vertalen en die eindigde altijd met een geleend citaatblz 3Fritz Behrendt
-geef de keizer wat des keizers is -om de Cato / botermarktgrap moest ik zelf toch wel weer erg lachen -de boer op plaatje 7 komt denk ik uit jan, jans en de kinderen, Luns en Khomeiny komen denk ik beiden vanblz 4
Amanuensis, hulp in de huishouding is een knipoog naar Ton Weyers, die wij indertijd vaak (goedmoedig) Snorrarossa noemden
-Schellix hoef ik je niet uit te leggen. Volgens mij had hij zo’n houtje touwtje jas -met Vandenhuize = Domorum als vondst was ik indertijd erg blij
blz 5Asterix. Objet trouvé heet dat, zullen we maar zeggen… -dhr Van de Velde -de tekening van de wat dovige docent Engels dhr Roks (Rokxs?) verwijst naar een anekdote. Blijkbaar had iemand in een andere klas (ik heb nooit les van hem gehad) een klapperpistooltje af laten gaan. Waarop Roks blijkbaar behoorlijk onverstoorbaar zei: “ik hoorde tikken?” -Fons Papendorp en het geld van de vastenactie -Peter Timmermans lijkt best wel… -dhr Gulsar -op het voorlaatste plaatje staat de Asterixfiguur Gaius Slampampus. In ons kleine groepje vergeleken we Nico Grosfeld wel eens met dat personage, vanwege beider zeer relaxte levenshouding. Ik vond het niet kunnen om daar tekstueel aan te refereren, vandaar dat hij er alleen als plaatje staat (inside joke)
-nog net leesbaar op het bord: Jan is gek / nietes / welles (vervang bij dat laatste woord de eerste letter door een hoofdletter en je hebt weer een verwijzing… -Goh, wie zouden toch die twee bebaarde bijbelkenners kunnen zijn… -de Romboutstekening komt onaangepast uitblz 6Asterix -het gebouw heet in Asterix “het huis dat gek maakt”, wat wij ook wel als bijnaam voor de KSE gebruikten
-het tweede plaatje is mijn favoriete binnen de strip. Twee Britse barbaren met heel fraaie Engelse zinnen. Voor mij heten ze Conus en Gerrus, maar Coen Rombouts en Ger Rombouts (geen familie) -het soepplaatje was weer zo’n mooie toevallige vondst: de tekst komt letterlijk uit