we gaan
we gaan verder
het afscheid tussen ons in
Willem Hussem
Met verdriet maar zeker ook met een glimlach (en soms zelfs een brede grijns) denk ik terug aan Michiel Eikenaar (1976-2019) met wie ik in de laatste tien jaar dat ik les gaf op de KSE zo inspirerend mocht samenwerken en die in die jaren zo’n dierbare vriend geworden is. Wat hebben we een plezier gehad samen. Vandaag is het drie jaar geleden dat hij na een slopende ziekte overleden is.
Stukje bij beetje lijken gedurende de jaren de scherpe randjes rond het verdriet over mijn lieve collega Michiel wat af te slijten.
‘Weet je nog, toen die keer….’
Zo beginnen vaak verhalen waarin Michiel voorkwam en halen we vervolgens herinneringen op om met elkaar smakelijk te lachen om de rol die Michiel in zo’n verhaal speelde, om ons dan meteen weer te realiseren hoe bizar en jammer het is dat we zo vroeg afscheid van hem moesten nemen op 12 april 2019, en hij niet meer lijfelijk bij ons aanwezig is.
Naar aanleiding van alle maatregelen in de afgelopen tijden rond corona en digitaal lesgeven tot de conclusie komen: Nee, dat was waarschijnlijk niks voor hem geweest, dat gedoe met headsets en cameraatjes en hem daarbij a.h.w. al lekker chagrijnig hebben horen foeteren over al dat gedoe, omdat hij altijd het best gedijde bij het rechtstreekse en vaak zeer directe contact met zijn leerlingen.
Bijna precies een jaar geleden las ik in de Volkskrant een voorbeschouwing van het toneelstuk “Verdriet is het ding met veren”, gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Max Porter: een vader en twee zoontjes verliezen hun vrouw en moeder.
Ik trof daarin een aantal zeer herkenbare en behartenswaardige aspecten van rouw en rouwverwerking aan die ikzelf de afgelopen drie jaar ook ervaren heb na het overlijden van Michiel.
Regisseur Erik Whien over dat stuk:
‘Mensen zijn vaak bang voor dood en rouw, heb ik gemerkt. Alsof degene die het overkomt in één keer een inktzwarte diepte in flikkert. Maar je zit gewoon ergens in een kamer met vrienden erover te praten, soms te huilen, dan weer te lachen. En het gaat allemaal stap voor stap. Je hoofd werkt wonderlijk, hè? Als een geliefde dood gaat, kun je daar niet meteen de volledige omvang van zien. Stukje bij beetje, per dag, per maand, manifesteert zich de hele ijsberg. Je groeit erin. Daar kun je op vertrouwen.
Het is een beetje zoals kijken naar de sterren, dan overzie je ook niet de volle omvang van het heelal. Goddank, want dat zou een verlammende existentiële hoogtevrees geven. Het is te groot. Zoiets geldt voor rouw ook: het lijkt een groot zwart gat, maar gaandeweg ontworstel je je er tòch aan.’
Hoofdrolspeler Jacob Derwig voegt daaraan toe: ‘Daarom is kunst ook zo waardevol, die kan je even in die diepte laten kijken. Deze voorstelling is een oefening voor het publiek om met dood en rouw om te gaan. Zoiets kortstondig in een veilige context ervaren is heel heilzaam.’
Whien: ‘Zoals het toedienen van een klein beetje gif kan werken als medicijn. Door het toe te laten, geneest het.’
Michiel,
Je was een van ons.
Talenten te over:
goed als docent, kunstenaar en muzikant,
beter als mens,
en het best als zoon, broer, partner, vader en vriend!
Jij bent niet meer daar waar wij ‘wij’ waren,
Maar wel, nog steeds, overal waar wij zijn.