Laat je leerlingen een (zelf)portret tekenen of schilderen, dan gaat het bijna altijd natuurlijk over de verhoudingen en anatomie van het gezicht, plasticiteit en licht en schaduw, en natuurlijk op de allereerste plaats: verrekte goed kijken in de spiegel of naar een voorbeeld (model of foto). In onderstaande aflevering van mijn blog wordt een zelfportret-opdracht eens op een andere wijze aangekaart.
Oud-collega Arno Roks heeft in schooljaar 2015-2016 een opdracht samengesteld voor zijn VWO-2 leerlingen waarbij digitale fotografie, waarneming en fantasie vanuit je eigen persoonlijkheid een grote rol spelen. Als je de fraai vormgegeven instructiebladen hieronder leest wordt je duidelijk wat de bedoeling is en uit welke drie alternatieven de leerlingen mogen kiezen voor de uitwerking van deze opdracht.
In de werkstukken hieronder van Arno’s pupillen zie je dat er alleen voor keuzemogelijkheid een en drie gekozen is of voor een combinatie daarvan. Zoals gesteld in de omschrijving van de opdracht in de lesbrieven hierboven was men vrij in de keuze van de te gebruiken techniek en mochten materialen en technieken gecombineerd worden binnen het werkstuk.
Het is er duidelijk aan af te zien: de leerlingen die deze mooie werkstukken gemaakt hebben, hebben er met plezier aan gewerkt en laten op originele wijze een stukje van zichzelf zien.
Jaren geleden, in 1988, net voordat tekenen examenvak werd op de KSE heeft Addy Blom, een bovenbouwleerling die vrijwillig ervoor gekozen had tekenles te komen volgen op donderdag of vrijdag, het 7e en 8e uur, een zelfportret getekend wat erg veel lijkt op keuzemogelijkheid 3 in de lesbrief van Arno.