De undergroundstrip is een stripgenre dat ontstond aan het einde van de jaren zestig in de Verenigde Staten. Het begon in San Francisco, maar ook elders in de VS waren al snel striptekenaars en uitgeverijen actief. Bij undergroundstrips is de gehele productie veelal in handen van één persoon die scenarist, inkter, tekenaar, letteraar en redacteur tegelijk is. De strips waren een uiting van het gedachtegoed van met name de hippiecultuur. De verhalen werden vooral gemaakt om taboes te doorbreken en stonden bol van de scènes over vrije seks, oorlogs- en politiegeweld (Vietnam!) en drugsgebruik. Het was een overdonderende tegencultuur, met name gericht tegen het establishment, christendom, Disney, het leger en de politie. De tekenstijl was vaak ook psychedelisch (erg druk, horror vacui was hier schering en inslag) van aard.
Een van de bekendste undergroundstriptekenaars is Robert Crumb. Van zijn ‘stripheld’ Fritz the Cat zijn twee tekenfilms verschenen. Hieronder enige voorbeelden van strips en ander tekenwerk uit de underground cultuur. In Nederland bloeide destijds het genre eveneens, o.a. in het werk van Peter Pontiac.
Ook op de KSE heeft het undergroundvirus begin tachtiger jaren toegeslagen in de persoon van Herwin Walravens, een bijzonder getalenteerde tekenaar.
Met pen, penseel en Oost-Indische inkt kon hij prima uit de voeten zoals te zien is op onderstaande tekening n.a.v. de opdracht ‘Mijn handen zijn bezig’ waarin Herwins stripfiguur GoGo zijn geestelijke vader nogal agressief bejegent, en de strips en tekeningen die hij in het roemruchte KSE-schoolblad Slurfje produceerde.
Geheel in de traditie van de undergroundstrip was het taalgebruik nogal stevig en lijkt de tekenaar/scenarist er duidelijk op uit te zijn om te choqueren. Ook de tekeningen zijn ronduit absurdistisch te noemen en laten vaak stevig geweld zien waar politie en de oudere garde het slachtoffer van worden. Dat het materiaal in die tijd in het schoolblad een plaats vond pleit voor het tolerantievermogen en de progressieve ruimdenkendheid van redactie en schoolleiding. Ik vraag me af of een leerling vandaag de dag dit soort tekeningen nog gepubliceerd zou kunnen krijgen in een dergelijk periodiek….
Hoe je er ook over mag denken, niet te ontkennen valt dat Herwin beschikte over een prima tekentechniek. In 1983, hij zit dan nog steeds op de KSE, laat hij zijn stripheld Go-Go en diens makker Red Cat tot leven komen in een echt uitgegeven stripboekje waarmee hij het zelfs geschopt heeft tot een plek in de Comiclopedia van de bekendste stripwinkel van Nederland Lambiek in Amsterdam!
Vandaag de dag is Herwin als striptekenaar helaas van de radar verdwenen. Hij runt thans een veganistisch restaurant in het verre Thailand.
Een volgende keer meer met voorbeelden uit Herwins korte maar hevige stripcarrière.