Bijna vijftig jaar geleden (rond 1976), aan het begin van mijn loopbaan als docent tekenen op de KSE, kon ik in mijn tekenlokaal beschikken over een drukpers (destijds aangeschaft op initiatief van mijn toenmalige KSE-collega en mentor Wil Meeuwis). Daarvan heb ik samen met de leerlingen destijds gretig gebruik gemaakt bij diverse opdrachten met lino’s en droge naaldetsen.
Hieronder foto’s van een voorbeeld van een kleurenlino opdracht uit die goede oude tijd. De opdracht destijds, ergens in de jaren 70, was ‘insect’ en door in te zoomen op een tekening daarvan moest men tot een abstrahering zien te komen. Op de foto’s hieronder zie je duidelijk hoe stap voor stap in verschillende drukgangen zo’n kleuren lino tot stand komt.
Op zeker moment is echter het KSE-drukpersje wegens slijtage en andere gebreken afgevoerd en dat is de reden dat collega Ellis Learbuch, toen zij haar leerlingen van Vwo4 en Vwo5 met een praktische opdracht wilde laten kennismaken met lino snijden, moest uitwijken naar het grafisch atelier van Cultureel Centrum De Nobelaer. Onder leiding van Nobelaerdocent Charlotte Maas kregen zij daar een. masterclass linosnede en afdrukken.
Na uitleg gekregen te hebben over verschillende druktechnieken hebben de leerlingen op school in de zes daaropvolgende weken een linoplaat op A4-formaat bewerkt. Het onderwerp was vrij. Wel moest er gespeeld worden met compositie, vorm en restvorm en verschillende lijndiktes. Of leerlingen één of twee kleuren gingen gebruiken was een weloverwogen keuze van henzelf .