Onlangs heb ik wat herinneringen opgehaald aan mijn eerste drie jaar op de Academie voor opleiding tot Tekenleraar in Tilburg tijdens mijn MO-A studie. Zoals je daar kon lezen was dat een moeizame onderneming. Gelukkig ging het me tijdens mijn studie voor MO-B meer voor de wind.
Ik denk dat het te maken had dat ik al vrij snel (in december 1971) tijdens mijn studie een baan kreeg op het Stedelijk Gymnasium in mijn geboortestad Den Bosch. Omdat er toen nog op zaterdag les gegeven werd en ik op zaterdag èn op maandagmiddag geen lessen in Tilburg hoefde te volgen, kon ik die dagen gebruiken om les te geven en mijn eerste ervaringen op te doen ( en ook de eerste beginnersfouten te maken) op deze kleine categoriale school waar ik in de loop der jaren de meeste leerlingen zou leren kennen.
Naast deze ‘betaalde stage’ die me duidelijk meer zelfvertrouwen gaf, had ik inmiddels ook meer grip gekregen op de academielesstof , haalde ik goede resultaten (wat tevens de relatie met de docenten zeer ten goede kwam) en was het contact in die jaren met mijn klasgenoten zeer ontspannen, vriendschappelijk en gezellig. Ook werd de academie in 1972 verhuisd van het volstrekt uitgewoonde barakkencomplex naar een nieuw academiegebouw aan de Professor Cobbenhagenlaan. Het was wel een overgang: van de houten bouwsels die toch ook wel een eigen sfeer hadden waar je meer dan drie jaar les had gehad naar de net opgeleverde betonkolos waar al snel een belangrijk probleem opdook: hoe kreeg je je werk tijdens de beoordelingen met ‘ophangdag’ aan de muur bevestigd, want spijkers, punaises, nieten en andere muur beschadigende activiteiten waren taboe en dubbelzijdig plakband liet los op de koude betonwanden…. ?
Jaren later, vlak voordat de academie wéér zou gaan verhuizen naar het kunstcluster aan de Bisschop Zwijsenstraat, kwam ik weer eens terug om de eindexamenexpo van oud-leerling Babette de Waele te bewonderen (dat zal zo rond 2000 geweest zijn). Ik schrok me rot van de verwaarloosde staat waarin het gebouw tòen verkeerde. Ik kon me goed voorstellen dat de schepping van Maaskant destijds op de nominatie stond gesloopt te worden, maar ben blij dat het gebouw uiteindelijk behouden is gebleven.
Foto’s en een beschrijving van de nieuwe academie-accommodatie vind je hieronder.
Het kunstacademiegebouw uit 1972 van architect H.A. Maaskant (1907-1977) bestaat uit twee L-vormige bouwvolumes rondom een monumentaal atrium (hal). Aan de zuidkant zien we een verdiepte gevel met brede dakrand, een lang balkon op palen en een betonnen buitentrap. Hier bevonden zich de bibliotheek, kantoren en leslokalen voor de theorievakken. Aan de noordkant is een brede, geknikte glasgevel te zien die achterover helt. Aan deze kant waren de ateliers en werkruimtes gesitueerd die zo konden profiteren van het gelijkmatige en schaduwvrije noorderlicht. De brede galerijen en monumentale trappen in de ruimte van het atrium boden veel gelegenheid voor creativiteit, tentoonstellingen en sociale interactie ( de Lucasfeesten!). Hier hangt nog altijd het bronzen paard van de Maastrichtse kunstenaar Arthur Spronken (1930-2018). Nadat de opleiding begin deze eeuw naar het kunstcluster (Bisschop Zwijsenstraat) verhuisde zou het gebouw worden gesloopt. Een actiegroep BAM (Behoud Architectuur Maaskant) werd opgericht en was uiteindelijk succesvol. De Gemeente Tilburg wees het gebouw in 2003 aan als beschermd gemeentelijk monument. Het gebouw maakt nu als ‘ACADEMIA BUILDING’ onderdeel uit van de gebouwencampus van Tilburg University.
Overigens heb ik het altijd gek gevonden dat we in de lessen kunst- of cultuurgeschiedenis of anderszins nooit iets gehoord hebben over Maaskant en zijn werk in relatie tot het gebouw waarin we zouden gaan afstuderen Over dat afstuderen en de uitreiking van de Acte MO-B een volgende keer meer!