Er verandert veel vandaag de dag. Sinds jaar en dag was het een begrip op de Leur: Psychiatrisch Ziekenhuis Het Hooghuys (vroeger bekend als het Antoniusgesticht). Meer dan 100 jaar richtten de zusters die daar werkzaam waren zich op zorg voor zieken en ouderen, en later legden zij zich in het geheel toe op de verpleging van vrouwelijke ‘zwakzinnigen’.
Na al die jaren heeft het kenmerkende gebouw waar deze zorg verricht werd zijn oude functie verloren, maar krijgt het wel zijn glans terug als appartementencomplex: Residentie Antonius. Deze maand krijgen alle nieuwe bewoners de sleutels van de nieuwe 20 woningen. Details over de geschiedenis van het complex, en de ontwikkeling tot een twintigtal appartementen lees je hier.
De reden dat ik hier aandacht aan besteed is dat Het Hooghuys, toen dat nog in functie was als Psychiatrische inrichting, tot 2018 een van de mooiste en meest ontroerende kunstwerken die ik ken geherbergd heeft: ‘Wie ik ben gaat niemand wat aan’ van Marlene Dumas.
Jarenlang (vanaf 1991) verbleef dit kunstwerk als verborgen schat in de kantine van het Hooghuys. Ik ben er ettelijke malen met mijn KSE-leerlingen van de tekengroep wezen kijken en steeds was iedereen zeer onder de indruk. Ook was het vaak een feest van herkenning als er leerlingen bij waren die, zelf afkomstig van ‘de Leur’, nog mensen kenden die afgebeeld waren.
Het was jammer maar begrijpelijk dat door de sloop van het gebouw waar het kunstwerk zich bevond èn vooral door de toenemende waarde van het werk (thans geschat op miljoenen euro’s) dit fraais de plek moest verlaten waar het oorspronkelijk voor gemaakt was. Vanaf 2018 zijn de portretten afwisselend te zien in De Pont, een museum in Tilburg en het Museum van de Geest in het Dolhuys in Haarlem.
Het Hooghuys was een van de eerste instellingen in Nederland die niet langer wilde dat cliënten in grote groepen op slaapzalen verbleven, maar zelfstandige ruimtes en later woningen voor haar bewoners creëerde van waaruit zij ,zoveel als mogelijk, deel konden nemen aan het sociale leven in het dorp. Een kunstwerk in de gemeenschappelijke kantine zou voor verbinding zorgen. Dumas fotografeerde eerst met een polaroid camera de vaste bewoners (een foto voor de cliënt, een foto voor Marlene) , hun knuffeldieren en een aantal verzorgenden en maakte van een daaruit geselecteerde groep schilderijen . Zij schiep uiteindelijk een verpletterend kunstwerk van 36 panelen, allemaal 50 bij 60 centimeter. Eèn van de geportretteerde cliënten is zelfs tweemaal afgebeeld en zag zichzelf in het kunstwerk opgenomen links en rechts van Doors-zanger Jim Morisson, van wie hij een groot fan was, in het kunstwerk opgenomen ongetwijfeld tot zijn genoegen!
Het werk heeft vanaf de voltooiing in 1991 in de kantine, de gemeenschappelijke ruimte van het centrum in Etten-Leur gehangen.
Dumas: “Het ging mij om de momenten dat wij elkaar begroeten met al onze angsten, vrezen en ongelukkigheden. Ik heb niet de cliënten willen afbeelden als zielige wezens. Ik wil mensen afbeelden in hun complexiteit, een nooit totaal op te sommen of te definiëren identiteit. Er wordt nog steeds veel gevaarlijks en onzinnigs beweerd door mensen die menen dat zij gezichten van anderen kunnen ‘lezen’ en beoordelen. Daarvoor moet men zich behoeden.”
Enkele jaren geleden toen Marlene Dumas de Johannes Vermeer-prijs 2012 ontving, heb ik al een stukje op mijn blog geschreven over dit werk. De Johannes Vermeer Prijs is de Nederlandse staatsprijs voor de kunsten, door de regering in 2008 ingesteld om uitzonderlijk artistiek talent te eren en verder te stimuleren. in dat eerste stukje op mijn blog hierover vind je, behalve veel informatie over dit uniek werk, ook een Centraal Examen Tekenen met een vragenblok over dit werk.
N.a.v. de gewijzigde bestemming van de gebouwen van het Hooghuys ben ik weer eens uitgebreid op zoek gegaan op internet, en gelukkig was er een schat aan nieuwe informatie te vinden over dit unieke en grootse werkstuk van Marlene, die hieronder te vinden is.
Artikel uit BN/De Stem uit 2018 door John Bas, n.a.v. de verhuizing van het kunstwerk vanuit de kantine naar Museum de Pont in Tilburg.
Hooghuys-portretten werden in kantine vele miljoenen waard | Etten-Leur | bndestem.nl
Artikel van Muriël Bol uit 2015 in het tijdschrift Brabant Cultureel, over het kuntwerk dat dan nog ‘gewoon’ in de kantine van het Hooghuys hangt.
brabantcultureelbrabantliterair (cubra.nl)
Mooie beschouwing door Rob Vos in ‘Schakeringen’, humanistische onderzoekingen in de kunst.
Marlene Dumas – Ontmoetingen – Schakeringen
Michiel Morel schrijft over toenmalig Hooghuysbewoner Bert Slijk, een van de geportretteerden in het artikel in 2015 het ontroerend verhaal ‘De vrouwenliefhebber van Marle Dumas’.