Er is altijd sprake van een win-win-situatie als je in een opdracht beeldend praktijkwerk en theorie (kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing) kunt combineren. Samen met mijn stagiaires Lilianne Eijkelenkamp en Angela Pertijs heb ik in 2011 een opdracht gedraaid in de examengroep van Havo4 waarbij dat het geval was.
Voor Ckv2 beeldend en muziek moest het thema ‘Cultuur van de burgerij’ aan de orde komen. Leerlingen bestudeerden dit thema in verschillende groepjes en presenteerden dat onderdeel dan aan de rest van de klas met beeld- en geluidsfragmenten. In de periode dat dit thema aan de orde was, gingen de leerlingen in de praktijklessen aan het werk met het thema ‘Delfts blauw‘. Met betrekking tot dit onderwerp werd niet alleen gerefereerd aan het Delfts blauw aardewerk uit de 17e eeuw, maar ook aan het hedendaagse werk van de Amsterdamse kunstenaar Hugo Kaagman waarin de invloed van Delfts blauw onmiskenbaar aanwezig is.
De leerlingen dienden thuis op zoek te gaan naar een product of voorwerp, geproduceerd in het Verre Oosten (made in China, Japan, Taiwan, enz.), kortom dezelfde oorden waar het aardewerk vandaan kwam dat later als Delfts Blauw bekend zou staan. Van die vondst dienden twee schetsen te worden gemaakt: één ‘fotografisch’ naar de waarneming, één gestileerd, die zou moeten dienen als uitgangspunt voor het snijden van een sjabloon. M.b.v. dit sjabloon, drukinkten op waterbasis in verschillende tinten blauw en wit en tamponeerkwasten, moest een decoratieve afbeelding tot stand komen die mogelijk als bedrukking op een stuk serviesgoed, boterhamtrommeltje of ander gebruiksvoorwerp toegepast zou kunnen worden. Het eindresultaat mocht voorzien worden van den decoratief sierpatroon als omlijsting.
Theorie (kunstgeschiedenis uit de 17e eeuw) en praktijk ( stileren, sjabloon snijden, tamponeren, sjabloneren), oud (17e eeuw, cultuur van de burgerij) en nieuw (de stempelkunst van Hugo Kaagman) kwamen in deze periode prima samen.