Na het succes van ‘Tètte-Leurs Woordenboek’ (de hele oplage was binnen de kortste keren uitverkocht), ben ik door Frans Verschuren in 2001 gevraagd drie dierengedichtjes van zijn hand in het Etten-Leurs te illustreren voor een Bestiarium: Kleyne rymen oover dieren. Verzameld door Willem van Minderen en anderen. Noordbrabants Genootschap, ‘s-Hertogenbosch 2001.
Willem van Minderen leefde van 1701 tot 1766 en liet ons vier korte dialectgedichtjes over dieren na, die hij heeft genoteerd op zijn reizen door Brabant. Een zestal hedendaagse dichters hebben de kleine verzameling uitgebreid met gedichtjes in hun eigen dialect. Vertegenwoordigd zijn het Eindhovens, het Etten-Leurs, het Rosmalens, het Roosendaals, het Hilvarenbeeks en het Boxmeers en in die dialecten komen onder anderen de langpootmug (“wooiwaoge”), de Vlaamse gaai (“hannebroek”) en de kwikstaart (“ploegdriever”) langsgevlogen.
Hieronder een indruk van het boekje waar ik met heel veel plezier aan heb meegewerkt door de gedichten van Ettens dialectspecialist Frans van gepentekende illustraties te voorzien waarbij ik een poging gedaan heb de 18e-eeuwse Willem van Minderen te portretteren tijdens zijn ontmoetingen met allerlei gedierte op zijn reizen door het Brabantse land.