Hoewel volgens de strikte definitie geen grafische technieken ( want de werkstukken zijn uniek en niet ambachtelijk reproduceerbaar) toch maar even onder dit kopje: vandaag in deze post werkstukken die d.m.v. monotype- en airbrushtechniek tot stand gekomen zijn.
Op de academie had ik kennis gemaakt met de monotypetechniek en het leek me leuk om in mijn toenmalige bovenbouwgroepen die toen (eind zeventiger jaren) tekenen als extra (toen nog geen examen) vak konden kiezen, deze opdracht eens te proberen. We werkten op de academie met olieverf en inkten op oliebasis.
Dat was wel een gedoe met schoonmaken (met thinner en terpentine en andere zaken die je beter niet in een klaslokaal kunt gebruiken). Gelukkig trof ik in het magazijn op de KSE een voorraadje lino inkten in diverse kleuren op waterbasis aan,plus een aantal inktrollers en een paar grote perspexplaten. Een monotype is een druktechniek waarbij slechts één afdruk gemaakt kan worden.
De techniek wordt ook monoprint of monotypie genoemd. Op een plaat wordt met inkt of verf een afbeelding gemaakt. Terwijl de inkt nog nat is, wordt deze afgedrukt op het papier door het papier op de verflaag te leggen en daarop (aan de ‘achterkant’ dus) te tekenen, of met de hand of roller over het papier heen te wrijven en aldus de inkt aan het papier te doen hechten.. Een tweede afdruk maken is niet mogelijk.
Deze techniek wordt vaak gekozen om de uiteindelijke afbeelding qua lijnvoering minder getekend te laten zijn. Het afdrukken zorgt voor een zachtere lijn. Omdat de afbeelding een spiegelbeeld wordt, kan dit eveneens een reden zijn om monoprints te maken. De afbeelding verliest zo het handschift van de maker. Een tekening (van rechtshandigen) neigt namelijk vaak naar rechts. De afdruk zal dan naar links neigen en wordt daardoor als minder automatisch ervaren. Door met afdeksjablonen te werken kan eventueel in verschillende stappen gewerkt worden. Uiteraard speelt ook het toeval een rol. Zie de voorbeelden hieronder.
Eind negentiger jaren hebben we een aantal airbrushsets ( spuitpistolen) en twee compressoren (voor elk lokaal een) aangeschaft. Wat de airbrushtechniek zoal in kan houden lees je hier. Deze apparatuur was destijds aangeschaft voor ‘liefhebbers’ uit de exame ngroepen die hun reguliere tekenopdrachten desgewenst in deze techniek mochten maken.
Er zijn in de loop der jaren zeer fraaie werkjes tot stand gekomen bij de diverse collega’s waarvan er hieronder een vijftal te zien zijn. Uiteraard waren er bij het werken afzuigvoorzieningen nodig om de verfdampen ( we werkten met verdunde acrylverf en/of ecoline) af te voeren. Als ik mijn neus snoot na een uurtje zonder afzuig gewerkt te hebben, had datgene wat ik in mijn zakdoek aantrof vaak de kleuren waarmee ik met mijn leerlingen geairbrushd had….