De locatie waar ik in de beginjaren van mijn ‘lesleven’ in Etten-Leur de meeste tijd heb doorgebracht is het brugklasgebouw aan de Kerkwerve in Etten-Leur. Dit vertrouwde gebouw gaat verdwijnen.
Omdat er aan het begin van dit schooljaar (2016-2017) een gloednieuw brugklasgebouw in gebruik genomen wordt op het terrein van het hoofdgebouw, wordt de oude brugklas vestiging afgebroken. Er komen 18 woningen voor in de plaats…
Het zal even wennen worden als het gebouw,een schepping van de Haagse architect Prof. Ir. Kranendonk, dat bijna 60 jaar de noordoostkant van de Kerkwerve afsloot, verdwenen is.Duizenden kinderen uit Etten-Leur en wijde omgeving zijn daar hun middelbare school carrière begonnen. Vanaf 1957 stond het gebouw daar: eerst als ULO voor de Ettense meisjes en de pensionaires van kostschool het Withof, gerund door de zusters Franciscanessen.
De school stond toen bekend onder de naam ‘Regina Nostra’ ( Onze Koningin: Maria dus) en het reliëf met Maria en het kindje Jezus boven de ingang van de school stamt dan ook uit die tijd. Dit kunstwerk van de Amsterdamse beeldhouwer Jac van Rhijn zal overigens niet verloren gaan maar een plaatsje krijgen in of bij het nieuwe gebouw. Vandaag de dag moeilijk voor te stellen, maar het schoolgebouw lag in die tijd nog midden tussen de weilanden. De oorspronkelijke versie van het gebouw bestond uit 10 klaslokalen en een aula.
In de loop der jaren vonden er een groot aantal verbouwingen en uitbreidingen plaats. Toen ik in 1973 begon op de KSE bestonden mijn leerlingen vooral uit brugklassers en gaf ik les in een ruim lokaal, gevestigd in een barak die als uitbreiding tegen het oorspronkelijk gebouw aan gebouwd was.
Ik heb er die eerste jaren met veel plezier gewerkt onder de bezielende en vaderlijke leiding van afdelingsleider Frans van der Wiel, totdat in 1975 het nieuwe hoofdgebouw betrokken werd met twee schitterende tekenlokalen waar ook de brugwuppen gebruik van gingen maken.
Het religieuze stempel en de sfeer die de zusters en broeders die in die jaren nog volop als docent werkzaam waren, met zich mee brachten bevielen me wel en was ik ( met liefst vijf heerooms in de familie) van huis uit wel gewend. Mooi voorbeeld van zo’n katholiek/religieus aspect in het brugklasgebouw was de muurschildering in de aula, vervaardigd door mijn toenmalige collega Jan van den Brink, destijds de ‘nationale kunstenaar van Etten-Leur’.
Jan heeft deze schildering nog in de ULO-tijd gemaakt, tijdens de laatste fase van het ‘Rijke Roomse Leven‘: een voorstelling met Maria en het kind Jezus centraal, omringd door in het wit gestoken meisjes/leerlingen die sporten, spelen en natuurlijk studeren. Bij een latere verbouwing wilde men deze schildering weg sauzen, maar mede op mijn voorspraak heeft men voor de muur met de schildering e.e.a. voorzien van houten panelen zodat,als het goed is, straks Jans schildering weer tevoorschijn zal komen.
Ik ga er van uit dat voordat de afbraak plaats vindt het werk nog eens op de gevoelige plaat wordt vastgelegd als typisch teken des tijds. Zoals je hier kunt lezen wordt het brugklasgebouw thans ‘ anti-kraak’ bewoond.
Alle feitelijke gegevens in bovenstaand stukje zijn afkomstig uit een artikel, geschreven door mijn goede vriend en collega Jos Martens voor de Etten-Leurse Bode.Veel van de oude foto’s zijn afkomstig uit het West Brabants Archief.