Een heel speciale tak in de tekensport was lijntekenen. Op de academie hadden we dat mooie vak op maandagochtend van mhr.Cuppen. Ons lokaal was een wrakke zolder met een golvende vloer en alles trilde als er op de spoorbaan naast het gebouw weer een trein het station van Tilburg in of uit reed. Een extra handicap die nog boven op de brakheid van het voorafgaande weekend kwam. Want bij lijntekenen gaat het toch om een vaste hand, uiterste nauwkeurigheid en netheid?
We praten over het eind van de zestiger jaren. Constructie- of bouwtekeningen werden toen nog met de hand aan een tekentafel met driehoeken, tekenhaak, en een passerdoos met attributen gemaakt. Niks Rotring-pennen en computers, gewoon het pure ambacht. Toen ik enige jaren later zelf les gaf op de bovenbouw van de KSE heb ik gedurende vier of vijf schooljaren leerlingen die daarvoor kozen lijntekenen gegeven met vaak tekenopdrachten die ikzelf op de academie in de lessen van mhr.Cuppen had moeten maken. Een eerste voorbeeld is hieronder te zien, waarbij de lijntekenaars, die dit onderdeel kozen omdat zij van plan waren een technische opleiding te gaan volgen waarbij zij achter de tekentafel terecht zouden komen, alvast een vaste hand en gevoel voor nauwkeurigheid en accuratesse konden opdoen.
Bedoeling is dat je je voorstelt dat er zijlicht op een raster met vierkantjes valt en dat door de gaten van dat raster slagschaduwen ontstaan op de oppervlakten die zich daaronder bevinden.
De onderliggende oppervlakken liggen niet allemaal even hoog, of er is sprake van een golvend oppervlak waardoor de slagschaduwen veranderen van grootte en er een kinetisch effect gaat ontstaan. Natuurlijk gaf deze opdracht mij de gelegenheid om ook wat te laten zien van het werk van Victor Vasarely en andere Op-Art adepten.
Alles in deze opdracht is gedaan met trekpen, O.I.inkt en voor de schaduwvlakjes een penseeltje no. 3 waarmee de zwarte slagschaduwvlakjes mooi strak en egaal (en dat viel niet altijd mee) netjes binnen de lijntjes aangebracht moesten worden.